Ewoud 2005sqRuim 400 jaar Van der Feltz in Nederland

Dit is een verkorte versie van de beschrijving van de geschiedenis van de familie Van der Feltz in Nederland, zoals uitgesproken door Ewoud (1940 - 2013), mede-oprichter en voormalig voorzitter van de Stichting, op de familiedag in 2006. Het uitgebreide verhaal is na te lezen in het familieblad 2007. Als u ingelogd bent kunt u dat hier vinden.

 

Mattheis Wolff

Vaak wordt gesteld dat Mattheis Wolff van der Feltz, die zich van 1606 tot 1619 als officier in Spaanse dienst in Groenlo vestigde, de stamvader van onze Nederlandse familie zou zijn. Dat is niet helemaal juist, want vooral zijn zoon Jurriën Georg heeft een belangrijke rol gespeeld als stamvader van de familie in Nederland. Niettemin heeft het wel zin om het verhaal te beginnen bij Mattheis Wolff.

blauwe boekMattheis Wolff van der Feltz is na 1556 geboren als oudste zoon uit het tweede huwelijk van Bernhard de la Roche, onder-landrichter en landrichter van Grevenmacher (n.b. een soort van erfelijke functie die de heren van Feltz toekwam) en ambtsman van Feltz en Moertsdorff. 

Bernhard was een voorzoon, en in feite dus bastaardzoon, van Georg de la Roche, ook wel aangeduid als Georg II. Hij kon daarom geen aanspraak maken op titels, privileges en andere zaken en moest emplooi voor zichzelf zoeken. Bernhard heeft zich als militair in dienst gesteld van Karel V en Philips II. Daar heeft hij zich zeer onderscheidend gedragen: hij zou op enig moment Philips II zelfs het leven hebben gered en is als dank daarvoor door koning Philips II in 1556 in zijn afkomst gelegitimeerd. Daardoor werd Bernhard oudste zoon en eerste opvolger in de lijn van de familiedynastie, met alle daaraan verbonden privileges. Hierdoor kon zijn zoon Mattheis Wolff zich met recht en reden rechtshebbende en opvolger noemen van de heren van Feltz. 


Larochette

De oudste aanduiding over het geslacht Van der Feltz en de daarbij behorende burcht dateert uit 1176. Het gaat dan om Arnoldus de Rupe, Latijn voor de la Roche / van der Feltz. In 1194 wordt deze Arnold benoemd tot (erfelijk) banierdrager van het Graafschap Luxemburg. 


De burcht Larochette is voor het geslacht steeds een gemeenschappelijke uitvalsbasis geweest. Alleen is in de loop der eeuwen door verervingen, onderlinge ruzies en vetes het bezit daarvan volledig gesplitst en uiteengelopen. Pogingen van Georg II om de belangen van de familie te bundelen lopen op niets uit en als klap op de vuurpijl brandt de burcht in 1565 vrijwel geheel af. Zo ontstaat de ruïne zoals we die vandaag nog kennen. 

Voor het geslacht van der Feltz in Larochette was het daarmee over en uit. Zonder sociale en economische basis in Luxemburg had hij voldoende reden om zijn geluk elders te beproeven. Hij bood zich aan als militair en kwam in dienst van het regiment van de Graaf van Rietberg (Westfalen) dat in dienst stond van de Spaanse mogendheid. Daar bereikte hij als luitenant-kolonel de rang van bevelvoerend officier.


Groenlo

Slag Groenlo 9 nov 1606Gedurende het twaalfjarig bestand was Groenlo in Spaanse handen. In 1606 is Mattheis Wolff als bevelhebbend officier van het Spaanse garnizoen in Groenlo ingezet en hij is daar tot 1618 gebleven. In dat jaar is hij naar Rietberg teruggeroepen om landdrost van dat graafschap te worden, waar hij tussen 1619 en 1620 is overleden. Mattheis Wolff is in 1598 gehuwd met Margaretha Haller van Hallerstein. Dit huwelijk duurde niet lang, maar in 1599 wordt een zoon geboren, Jurriën Georg.

Als weduwnaar en met in ieder geval één zoontje van ca. 7 jaar komt hij in 1606 in Groenlo aan. Daar ontmoet hij Theodorica van Buerse, weduwe van Willem Bentinck. Theodorica heeft uit haar huwelijk een dochter, Anna Bentinck. Het pikante doet zich nu voor dat Mattheis Wolff een tweede echt aangaat met Theodorica en dat zoon Jurriën Georg later, in 1625, een verbintenis aangaat met deze Anna. 


Via Herman Roelof Wolf naar Gustaaf Willem

Herman Roelof Wolf, geboren op huize Westerflier te Diepenheim op 11 november 1700, is de achterkleinzoon van Jurriën Georg. Tot dan verliep de erfopvolging van onze familiedynastie wat dun. Steeds van een enkele vader op een enkele zoon en de familie bleef qua omvang klein. Bij Herman Roelof Wolf veranderde dat en door twee van zijn zonen splitst de familie zich in een A en een B tak, te weten

  • Tak A: Gustaaf Willem van der Feltz, 1742 - 1816. Deze tak sterft na een aantal opeenvolgende Gustaaf Willem’s (de laatste was onder meer vice-president van de arrondissementsbank te Rotterdam) in 1911 uit.
  • Tak B: Warmold Albertinus, 1753 – 1838. Via diens zoon Gustaaf Willem, 1793 - 1870, zet de familie zich voort. De huidige familie in Nederland stamt van hem af.
     

Deze Gustaaf Willem stichtte een omvangrijk gezin van 15 kinderen. Via vier van zijn zoons zetten het geslacht zich voort en breidt het zich uit tot de huidige takken BB, BC en BD:

  • Tak BA: Jan Frederik Hendrik, 1819 - 1883. Met kleinzoon Jan Frederik Hendrik sterft deze sub-tak in 1953 uit.
  • Tak BB: Jacobus, 1825 - 1904. Zijn stamreeks verkeert nog in volle bloei. En hetzelfde geldt voor:
  • Tak BC: Louis Cato, 1833 - 1920, en:
  • Tak BD: Willem Daniël Joseph, 1841 - 1874.
     

Maatschappelijke positie

Onze familie kan in de afgelopen 400 jaar gerekend worden tot ‘een aanzienlijke familie‘. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de in de loop der tijden gesloten huwelijken. Een Van der Feltz was blijkbaar een aantrekkelijke partij. Dat blijkt ook uit de beroepen en uitgeoefende functies: veel hoge functies in leger en openbaar bestuur. In de 19e eeuw verschuift dat enigszins van het militaire element naar het openbaar bestuur, met functies als burgemeester, gedeputeerde,het openbaar ministerie, de rechtelijke macht en de advocatuur. Een aantal familieleden zoekt de toekomst in de Oost. Hetzij in dienst van de overheid, hetzij in dienst van een maatschappij of onderneming. In de 20e eeuw verbreedt deze range zich iets in vooral de dienstverlening en zie je de bank- en verzekeringswereld, de reiswereld en soortgelijken in beeld komen.


Adel

Sinds 1867 is onze familie gerechtigd een adellijke titel te voeren, verleend aan Gustaaf Willem, de stamvader van de B-tak. Hier volgt een interpretatie van de manier waarop dat gegaan is. 

Het geslacht van der Feltz heeft tot tenminste 1560 in het Luxemburg van toen een zeer aanzienlijke positie gehad met erkenning van een zeer oude adellijke titel (1194). In 1565 en de jaren daarna komt daar een einde aan. Tot aan ongeveer 1815 was het in de Nederlanden moeilijk om aanspraak te maken op een titel. De familie werd wel als aanzienlijk aangemerkt en behandeld, maar van algemene erkenning was geen sprake.

In de Napoleontische tijd probeert de afkomstbewuste familie om zich definitief van een adellijke titel te voorzien. Het verhaal gaat dat de stukken en erkenningen daarvoor in Parijs klaar lagen, maar dat de daaraan verbonden kosten zo hoog waren dat de familie ervan af heeft gezien. Een ander verhaal is dat Napoleon I de familie niet van díe status vond, dat er een titel verleend zou kunnen worden. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen.

Vervolgens probeert Koning Willem I volgens de driestandenleer (adel, steden, volk) vorm en inhoud aan het Koninkrijk der Nederlanden te geven. In die periode worden de families die van oudsher aanspraak konden maken op een titel in de adel verheven. Onze familie is toen om twee redenen buiten de boot gevallen. In de eerste plaats kon in de ogen van toen niet voldoende de Luxemburgse afstamming en het recht op het voeren van een titel worden aangetoond. In de tweede plaats werd de flirt met het Franse regime om een titel te verkrijgen niet in dank afgenomen. 

Later, onder Koning Willem III, ligt het anders. Gustaaf Willem had zich in tal van maatschappelijke functies zodanig gemanifesteerd dat hij in aanmerking kwam voor een Koninklijke onderscheiding. Verheffing in de adel was toen een mogelijkheid en bij K.B. van 20 augustus 1867, nr 68., kreeg Gustaaf Willem kreeg het predicaat jonkheer toegekend.  

Afkomstbewust als hij was nam hij daar echter geen genoegen mee en tekende bezwaar aan met het argument dat de familie, gelet op de afkomst, ten minste recht had op de titel van baron. Hieraan werd na zijn overlijden gehoor gegeven bij K.B. van 21 januari 1882, nr 15. Zijn zoons werden ingelijfd in de Nederlandse adel met de titel van baron op allen. In latere Koninklijk Besluiten worden nog enkele schoonheidsfoutjes weggewerkt waarna in 1901 de gehele familie van der Feltz in de Nederlandse adel is verheven.

Contact

Mocht U iets bijzonders vinden over onze familie op internet of waar dan ook, dan stellen wij het op prijs als U dat wil e-mailen naar de Stichting: secretariaat@stichtingvanderfeltz.nl. Ook als U suggesties of opmerkingen hebt over de website zelf.